In Nederland geven gemiddeld 1 op de 4 werkenden hulp aan zieke huisgenoten, familieleden en vrienden.

25%

In Nederland geven gemiddeld 1 op de 4 werkenden hulp aan zieke huisgenoten, familieleden en vrienden.

Cijfers over werkende mantelzorgers

De meeste werkende helpers geven hulp aan hun ouder of schoonouder, 9% geeft hulp aan de partner en 7% aan zijn of haar kind.

Werkende mannen die intensief mantelzorg geven, bieden die hulp meestal aan hun partner. Vrouwen in vergelijkbare situaties bieden relatief vaak hulp aan hun ouder of schoonouder.

84%

84% geeft hulp aan ouder of schoonouder

9%

9% geeft hulp aan partner

7%

7% geeft hulp aan zijn of haar kind

Werk-/zorgcombinatie

Van de werkende mantelzorgers kan 73% volgens eigen zeggen arbeid en mantelzorg goed combineren. Een kwart heeft hiermee moeite, waarvan 4% ondervindt dat werken en helpen slecht te combineren zijn. Het zijn vooral de intensieve helpers die moeite hebben met de werk-/zorgcombinatie.

Ruim een op de drie werkende mantelzorgers helpt vaak of vrijwel altijd op (of na) een werkdag. De anderen helpen op een vrije doordeweekse dag of in het weekeinde. Een derde van de mantelzorgers die ook op werkdagen helpt, wordt weleens op het werk gebeld door of voor de persoon die zij helpen.

Werkonderbreking

Eén op de zeven mantelzorgers die op werkdagen mantelzorg geeft moet wel eens weg van het werk. Vooral intensieve helpers ondervinden werkonderbrekingen.

Verlof

Gemiddeld neemt ruim een kwart van de werkende mantelzorgers vakantiedagen op om de mantelzorg te kunnen geven. Betaald verlof komt in 10% van de gevallen voor. Onbetaald (vaak langdurig) verlof wordt door 6% van de werkende mantelzorgers opgenomen. Zich ziek melden doet 4%. Wie intensief helpt, maakt meer gebruik van één of meer vormen van verlof.

Mannen en werkenden met een fulltime baan nemen relatief vaak vakantiedagen op. Dat geldt ook voor mantelzorgers die hulp bieden in een terminale zorgsituatie en voor degenen die hun partner of kind verzorgen.

Aandacht en afspraken

Ruim de helft van de werknemers die mantelzorgen, heeft aan zijn of haar leidinggevende verteld over de zorgtaak. Driekwart van degenen die er met de leidinggevende over sprak, ervaart begrip. Helpers van familieleden in de eerstegraad (partners, ouder of kind) en degenen die terminale zorg geven ervaren relatief vaak begrip.

Een op de zes is neutraal en 4% is ronduit ontevreden over het begrip dat hun leidinggevende toont.

Een op de vijf personen die de leidinggevende hebben geïnformeerd, maakte hiermee afspraken. Die afspraken betreffen vaak het direct vrij kunnen nemen als dat nodig is en over flexibele werktijden.

Bron: Sociaal Cultureel Planbureau (rapport Werk en Mantelzorg, februari 2019)